Puber met TOS

Het is nog zeker een puber, maar dat TOS, daar merk je nog weinig van. Toch zie ik het nog wel. Maar de verschillen zijn enorm met hoe het vier jaar geleden was of toen hij nog een kleuter was. De trots is des te groter als de docent Nederlands schrijft dat hij zulke enorme sprongen heeft gemaakt en dat wij ouders vast heel trots zijn, ja zeker!

Kleuter

Wat begon met een vrolijke rustige baby groeide op als een wervelwind. Zo eentje die je altijd te snel af is, die snel zoek raakt en dan blijkt dat hij al op weg is naar het volgende. Ja je zei toch ook dat we naar de bakker zouden gaan, dus daar ben ik al. Of zelfstandig naar het toilet gegaan aan de andere kant van het gebouw. Ja ik wist wel waar het was, dus zit ik hier.

Behendig en snel op je loopfietsje zie ik je nog gaan, door heuvels en dalen, door ons rustige dorp van winkel naar winkel. Zo eentje die boos stampvoetend en krijsend op de grond gaat liggen, of nog erger buiten op het bankje bij de voordeur, deken mee en koffer ingepakt. Ik wil andere ouders, jullie zijn stom.

Zo eentje waar de wereld te snel voor gaat en die niet alles zomaar begrijpt, maar ondertussen zelf heel snel linkjes legt en verbanden ziet. Dat is er één waar de ontwikkelingen niet gelijk op gaan en die lange tijd niet in zijn jasje past en dus niet lekker in zijn vel zit. Zijn jasje was overigens ook altijd te groot, klein mannetje.

Op zo één ben je des te trotser als alle puzzelstukjes in elkaar vallen en de ontwikkelingen meer synchroon lopen en er een harmonie ontstaat. Waar je dan opeens ziet dat jouw kanjer weet wat hij wil en wat hij kan en hoe hij kan verbeteren en zijn eigen gestelde doelen weet te behalen. Die niet meer steeds heel hard valt en weer opstaat en omhoog krabbelt, maar waarbij het allemaal lekker loopt, rustig voort kabbelt. Dan hoef je je als ouder geen zorgen te maken en dan heb je weer een kind waar je energie van krijgt.

Het was eens dat kind dat onverstaanbaar in de kring bij de kleuters zat en dat van alles zei, maar waar de juf hem wazig aan keek en er niets van begreep. En dan aan de juf vroeg: mag ik op je klootje zitten? Hij kon een hele waslijst aan klanken niet goed uitspreken, maakte kromme zingen en smeedde onsamenhangende verhalen. En tegelijk was hij niet gek en niet dom, hij was juist leergierig en vrolijk en heel enthousiast en open. Hij had geen rem en liep op iedereen af en ging naast de zwerver in de tram zitten en maakte dan een praatje. Of sprak de motor rijders op het terras aan of ging bij de vader van een kindje uit de peutergroep zitten en sprak honderduit over het zand, strand en het schip.

Die uitspraak trok wel bij toen hij als kind leerde lezen en schrijven en hij beter begreep hoe woorden en zinnen in elkaar staken. Dus leek het weer goed te gaan. Toch groeide die kleuter op in een wereld vol vraagtekens en waren wij als ouders soms radeloos. Ik als moeder was bezorgd en boos dat anderen mij en dus hem niet begrepen. Pas toen hij acht jaar was en duidelijk werd dat er sprake was van een taalontwikkelingsstoornis viel het kwartje.

Kind

Daarmee waren we nog niet gelijk geholpen, pas toen echt een andere aanpak op school gebruikt werd kwamen we een stapje verder met hem. De aanpak die hem hielp verder te ontwikkelen en om te gaan met zijn woordvindingsprobleem. Waarbij hij gewoon net als de anderen een extra uitleg kreeg en weer vragen durfde te stellen. Daar waar hij gezien werd als dat jongetje dat niet alles in één keer begrijpt maar wel na driedubbele oefening en dan alsnog hoog scoorde. Dat weer durfde te praten en voor te dragen en eindelijk leerde een spreekbeurt te houden. Een jongen die veel minder met zijn voet stampte thuis.

Die aanpak kwam bij toeval doordat we de juiste leerkrachten aantroffen in de nieuw gekozen school. Een school kiezen zonder te weten wie les gaat geven en of dat aansluit bij jouw hulpvraag is een gok. Maar soms mag je geluk hebben in het leven. Verder hadden we hulp gezocht bij het audiologisch instituut, gezinsbegeleiding en vonden we eindelijk een fijne logopediste die aansloot bij zijn wensen. We vonden het geluk weer tegen het einde van de basisschooltijd.

Dat geluk daar ben ik dankbaar voor en daarmee zien we nu een puber die vrolijk voetbalt en zijn eigen grenzen verlegt. Die doelen stelt en bijstelt. Waar niet alles van een leien dakje gaat, maar waar hard gewerkt wordt en hulp vragen gewoon is geworden en waar nu de vruchten worden geplukt van alle inzet uit het verleden. De gave die hij heeft om eerst te kijken en daarmee te analyseren en in te oefenen hoe het hoort of moet in zijn hoofd en dan pas uit te voeren met zijn lichaam en aanwezigheid, die zit er al van jongs af aan in. Ik zie hem nog staan op de camping, langs de lijn. En na een week kijken speelt hij de sterren van de hemel op het veld. Met verbazing en in shock keek ik toe hoe hij voetbalde. Nu nog staat hij niet vooraan.

Die ruimte gaven we hem, eerst kijken en dan doen, eerst wachten en observeren. Je moet hem niet gelijk in het diepe gooien. Op zeker moment wel, maar goed overwogen. En nu is het niet meer dat kleine ventje, maar een grote puber die een man begint te worden. Letterlijk gegroeid en niet meer overal de kleinste!

Puber

Naar de brugklas gaan was ook zoiets. Je kunt het Havo niveau aan want dat is wat er gemiddeld uitkomt. Maar keek je goed naar zijn profiel dan zag je dat er geen harmonie in zat. Mavo voor begrijpend lezen en VWO voor de rest. Dat kan dus twee kanten opvallen. Ik weet nog dat er in een voorgesprek bij het voortgezet onderwijs werd gezegd, oh maar begrijpend lezen is heel belangrijk (dus bepalend). Maar de leerkracht van de basisschool is leidend in groep 8 (dus Havo/VWO).

Dan start je met de brugklas en stel je samen als doel Havo op. Dat heet op zijn school wit. Kijken hoe dat gaat. Zit je er boven dan haal je blauw en zit je er onder dan haal je rood. Dat gaat het hele jaar zo door voor elk vak, voor elke trede (toets). Je leert zelf plannen en leren, zoeken naar manieren om je de lesstof eigen te maken. Je hebt geen opgegeven huiswerk. Je bepaalt zelf je huiswerk en je toetsmoment. Er zijn wel duidelijke kaders en richtlijnen. Je weet precies wat je moet behalen en voor wanneer. Soms is dat wel even zoeken, maar over het algemeen werkt dat prima.

Stond ik in het eerste jaar standaard iedere zondagmiddag paraat om als ouder te helpen bij het schoolwerk, wat een hele opgave was, want het is geen kattenpis om samen hele werkstukken in elkaar te draaien of boekbesprekingen te knutselen. Je moet toch weten van de hoed en de rand. Anders is het als er een verslag ligt en je dat op hoofdlijnen moet doorlopen of op spelling controleren. Nee in het begin lag er niets en was het een zoektocht die we van begin tot eind samen doorliepen.

Was ik des te verrast toen in het tweede leerjaar de wens kwam van ik wil eigenlijk niet alles op wit halen maar proberen op blauw! Oeps die zag ik niet aankomen. Maar het sportklas arrangement was niet doorgegaan en het voetballen liep inmiddels op rolletjes dus er kon wel een uitdaging bij. Of was het gewoon zijn oer instinct dat ambitie hoog in het vaandel heeft staan, de lat hoog leggen ook al lijkt het irreëel?

Van wit naar blauw

We gaven hem een half jaar om te bewijzen dat het zonder morren zou gaan en niet ten koste ging van zijn (en ons) humeur (en dat er nog werd gespeeld en niet dag en nacht geleerd). Je wilt immers niet een jong kind al op zijn tenen laten lopen of een burn out laten krijgen. Nou ik kan je wel vertellen bij dit kind moet je gewoon meegaan met de flow, want hij geeft zelf wel aan welke kant het opgaat. En dat is meestal gewoon de beste weg. Zo kom je thuis, mocht je ooit verdwalen in het bos en zo kom je vooruit.

Halverwege het schooljaar bleek dat ik helemaal niet meer elke week paraat hoefde te staan en hij alles zelf regelde. Samen met school kwam hij er wel uit en thuis hoefde hij nog maar een beetje te doen. Het meeste gebeurde op school en ik bemerkte dat ik helemaal niet meer zo veel hulp hoefde te bieden. Er lagen ineens verslagen waar ik enkel een blik op mocht werpen.

En nu is het einde van het tweede schooljaar al in zicht en staat daar een gekleurd overzicht online, met mooie beoordelingen (en woorden van docenten). En tot mijn grote sch(r)ik een voornamelijk blauw overzicht. Wie had dat ooit gedacht? In zijn eindpresentatie, want ook dat hoort erbij op deze school, vertelt hij precies wat er goed ging en waar hij kan verbeteren en dat hij weet welke richting hij op wil. Leuk detail, minder vloeken staat ook bij de leer puntjes;)

Blijf geloven in je kind en stimuleer wat je kind zelf wil. Geef helpende woorden en bied houvast en richting. Zo moet ik echt nog wel wat ondersteunen bij school (tijdens deze online lessen periode weer iets meer). Wat maakt dan het verschil? Hoe help je dan? Doe je alles samen of heb je ondertussen genoeg houvast geboden om je puber zelf op te laten starten en hoef je enkel wat punten aan te geven waar hij nog eens naar moet kijken of stel je een paar vragen waar hij het antwoord nog op moet zoeken. Ik persoonlijk ben niet van het corrigeren, laat een kind zelf de fouten opsporen en verhelpen.

Graag geef ik tips of stel ik vragen. En zo is nu pas echt “t kofschip” geland en het ezelsbruggetje van vul eens het werkwoord “maken” in om te zien of het met “dt” is of niet. Ook het maken van een uittreksel om de belangrijkste grammaticaregels onder elkaar te zetten is een goed hulpmiddel. Of het aanreiken van een youtube filmpje waar het onderwerp duidelijk wordt uitgelegd.

Trots

Ik stel veel vragen om te checken of we elkaar begrijpen of geef ik aan dat een bepaalde vraag uit de opdracht nog niet beantwoord is in zijn verslag. Ik maak niet zijn huiswerk, maar ik begeleid hem wel als dat nodig is. En als een toets wat teleurstellend uitpakt, vraag ik of hij weet wat er mis ging en dan blijkt soms dat iets structureel vergeten is of omgedraaid is, nou dat geeft niet want ook daar leer je van en dat doe je echt niet nog een keer fout, de volgende keer gewoon weer verder en wellicht beter. Een puber met TROTS!

Pubers en de wet NIX18

Wie houdt niet zijn hart vast de eerste keer dat zijn puber uitgaat. Waren het eerst nog kleine zorgen toen het kleine kinderen waren. Nu zijn het grote zorgen. Pubers moeten op zoek gaan naar de grenzen. Botsen met hun ouders, zich afzetten, dat hoort erbij. Ouders moeten grenzen stellen en de kinderen terugfluiten. Welke regels heb jij thuis? Niet drinken is er één van, immers de wet schrijft ons voor NIX18. Maar wat deden we vroeger zelf? Hoe geef je het goede voorbeeld, door ook in het weekend niet zelf een glaasje wijn te drinken op het terras in je tuin of bij een gezellig haardvuur. Iedereen neemt toch op zijn tijd een lekker glas, de algeheel onthouders daar gelaten.

NIX18-cmyk-payoff-fc

Ik vind het eerlijk gezegd een heel lastig item. Natuurlijk moet ook ik als opvoeder en geschoold pedagoog me aan de wet houden. Maar te weten dat bijna alle pubers toch wel buiten de deur drinken en daar niet in begeleid worden doet mijn hart keer op keer in mijn keel bonzen. Het gebeurt gewoon, ze gaan op pad, komen aan drank en gaan drinken.

Soms leidt dat tot binge drinken of zelfs tot coma zuipen. Ook leidt het tot ontdekken wie je vrienden zijn, lol maken, elkaar helpen als het misgaat. Tot hoe ver gaat jouw kind? Kan het zelf nog na vertellen dat het die avond zijn grens bereikt had en hoe dat dan ging? Ziet hij of zij wat het met anderen doet? Dat kinderen elkaar filmen kan mooi zijn, om als je allemaal weer nuchter bent te ontdekken hoe bizar de avond verliep, maar ook om te zien dat er één bij was die echt alle grenzen overschreed. Leer je kind om daar van te leren en met elkaar zaken op te lossen. Leg uit dat mixen drinken om heel andere percentages alcohol gaat, dan het biertje uit een flesje. Elk glaasje is niet hetzelfde en alles door elkaar is helemaal niet meer bij te houden. Ook een spelletje als balletje balletje leidt tot ordinair zuipen.

Hier thuis praten we over dergelijke zaken, niet meteen gaan ze me alles vertellen. Bovendien wil ook ik niet alles weten. Geheimen mogen er zijn. Maar dat eerste biertje, die eerste zoen, na een tijdje komt het hoge woord er wel uit. En dan hoe gaat het verder, blijft je kind vaker proberen, houdt het op na één keer. Net zoals je uitlegt dat seks veilig moet en daar liefde bijhoort, geldt ook voor drank met mate en dat daar gezelligheid bijhoort.

Nu we een paar jaar verder zijn mag een biertje in het weekend. Ook als ik er bij ben. Dan laat ik zien dat je het niet als een glas limonade achter over slaat en dat je van een wijntje moet genieten. Ik zie liever zelf wat er met de kinderen gebeurt, dan dat ik ze uit laat gaan. Toch laat je je kinderen uitgaan (ongemerkt). Ook dat hoort erbij, maar als het te gortig wordt gelden er weer thuis blijf weekenden. Mee naar familie uitjes, leren van toetsen, allemaal redenen om ze weer even droog te laten staan.

Verbieden heeft dat zin? Ze zoeken gewoon net zolang tot ze een plek vinden waar het kan zonder opgemerkt te worden. Tot ze anderen zover hebben gekregen dat zij hun de drank verkopen. Helaas heeft dat tot gevolg dat een krat bier kopen op straat lastiger is dan een fles jenever. Neem alleen al het praktische op je fiets. Maar je kind het te gemakkelijk maken is ook weer niet de bedoeling. Dus van huis meenemen kan ik toch niet toe staan, thuis wat drinken wel? Ik vind het lastig hoor.

Belangrijk is het om vertrouwen in elkaar te hebben, je kind vertrouwen te geven en dat betekent soms eerst wat vrijheid schenken. Daarna misschien de teugels weer iets aantrekken. Ik probeer ze te laten weten dat ik er voor ze ben, ook als het eens een keertje wat minder gaat. Laat wel weten waar je grens ligt, een beetje drinken is dat elk weekend of eens per maand? Wees duidelijk en laat ook zien wanneer het je niet bevalt en leg uit waarom. Per individu verschilt het wat het effect is van een biertje en of ze misselijk worden. Ik sta altijd midden in de nacht op als ze thuiskomen, even kijken hoe ze erbij lopen. Doe je dat vanaf de eerste keer dan weten ze dat ze nog even hun moeder tegen het lijf lopen (en ze er dus nog patent uit moeten zien). Dat kan ook heel gezellig zijn, midden in de nacht samen aan de keukentafel met een broodje pindakaas. Of laat ze even aan je slaapkamer deur kloppen, zodat je weet dat ze op tijd zijn en in goede staat thuis zijn gekomen.

Ik kan het niet ontdekken dat het wetenschappelijk bewezen is dat voor elke tiener één glas bier per week schade aan de hersenen toe brengt. Misvormen hun tenen dan zien we dat gelijk, maar breken er wat cellen af dan heeft niemand daar erg in. Ik denk wel dat het aan kan zetten tot verslaving. Tot zucht naar verlichting dat gehaald wordt uit alcohol. Dus ook op gezette tijden verbied ik het drinken of roep ik het een halt toe. Het blijven tenslotte nog kinderen die inderdaad niet altijd hun grenzen zelf goed inschatten. Ik zie ook wel dat als je het drinken verbiedt je kind dan ergens een stemmetje hoort, het mag niet, laat ik me inhouden. Elke ouder is anders en elk kind is ook niet gelijk. De cijfers wijzen wel uit dat vanaf 14 jaar kinderen gaan drinken, roken en drugs gebruiken. Straf ze niet gelijk als ze er over beginnen, maar ga het gesprek aan. Kijk welke regels je samen kan opstellen. Roken en drugs zijn net zo fout onder de 18 als drinken, toch voelt het persoonlijk voor mij anders. Waarom, ik weet het niet, misschien omdat ik zelf wel drink en niet rook of gebruik? Of omdat ik wel zie dat roken en drugs gebruiken schade aanrichten? Als het echt zo slecht is, hoop ik dat een duidelijk onderzoek aantoont wat het effect is van alcohol in kleine hoeveelheden. Dat binge drinken dom is dat begrijp ik wel. Maar ook daarin kan je soms als ouder praten als Brugman, zolang je kind zich nog goed blijft voelen valt het kwartje niet. Ik wens een ieder wijsheid en hierbij proost!

Welkom, het eerste begin

De basis om te leren lezen is dat je kan praten, of zou je ook kunnen leren lezen als je nauwelijks kunt praten? Misschien begrijp je taal maar kan je het niet zelf verwoorden. Ik begon een jaar geleden met deze doelgroep te werken en laat jullie via deze site zien wat ik tegen kom. Hoe mooi het is om een ander te helpen met leren lezen, praten, spellen, schrijven en rekenen. Daarnaast ben ik moeder van een kind met TOS en van een puber. Wat dat inhoudt en wat je dan beleeft, wat me roert en welke vragen ik mezelf stel in het leven, dat beschrijf ik hier ook.