Hoe bereik je de doelgroep?
Je wilt graag laaggeletterden meer laten leren. Hoe vind je nu de laaggeletterde? Het staat immers niet op niemands hoofd, laat staan in iemands dossier geschreven. Dé laaggelletterde bestaat niet. Er zijn wel verschillende typen te groeperen.
Je hebt de niet Nederlands geborenen, vaak bekend als analfabeet, die én nog het schrift moeten leren én de taal (nog) niet spreken. Maar dat is niet de grootste groep in Nederland. Kijk eens op de website van Stichting Lezen en Schrijven naar de Feiten en cijfers.
Er zijn in Nederland 2,5 miljoen laaggeletterden. Dat zijn ongeveer 1.800.000 mensen in de leeftijd van 16-65 jaar en bijna 740.000 mensen zijn 65-plus. Meer dan de helft van de laaggeletterden van 16 tot 65 jaar heeft Nederlands als moedertaal.
Een laaggeletterde heeft moeite met lezen, schrijven en of rekenen en vaak ook met digitale vaardigheden. Moeite wil zeggen, kan het niet goed genoeg om helemaal mee te doen in de samenleving. Dit aantal groeit, enerzijds door de vergrijzing en anderzijds door migranten, maar als derde factor komen ook steeds meer jongeren met te lage basisvaardigheden van school.
Verschillende typen, moeilijk te vinden
De verschillende typen zijn onder te verdelen in de groep werkenden en niet-werkenden, ouderen en jongeren, met Nederlands als moedertaal of met Nederlands als tweede taal, alleenstaand of met partner, met of zonder kinderen. De één heeft een baan en de ander niet (meer). De één begrijpt het Nederlands heel goed en de ander (nog) niet. Vaak hebben ze problemen en schulden, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Het is wel zo dat ze vaker minder zelfredzaam zijn, financiële problemen hebben, lang in armoede leven en of schuldhulpverlening nodig hebben. En daarbij vaak niet zelf de juiste weg naar hulp kunnen vinden.
Je kan de groep laaggeletterden dus moeilijk vinden. Ze zijn niet zelf in staat om aan de bel te trekken. Ze zullen ook niet zelf te koop lopen met dat lezen en schrijven heel moeilijk voor ze is. Iedereen heeft in Nederland de mogelijkheid om naar school te gaan en te leren. Helaas komt niet iedereen van school af met voldoende vaardigheden. In het verleden kwam het ook vaak voor dat er niet (of beperkt) naar school werd gegaan. Maar ook de huidige jongeren hebben kans om met achterstand aan hun loopbaan te beginnen.
Ze hebben moeite om een baan te vinden en te houden. Ze hebben moeite om met geld om te gaan. Ze hebben moeite om goed voor zichzelf te zorgen, gezond te leven en zitten vaak minder goed in hun vel. Ze zijn vaker afhankelijk van een uitkering. Ze hebben ook moeite met de opvoeding van hun kinderen. Het gevolg is dat ze de samenleving veel geld kosten aan extra gezondheidszorg.
Hoe spreek je de doelgroep aan?
Hoe begin je een gesprek met iemand waarvan je vermoed dat deze laaggeletterd is? Je vermoedt dat iemand moeite heeft met de basisvaardigheden: taal, lezen, schrijven, rekenen en of digitaal.
Je leert mensen kennen door in gesprek te gaan. Heb je het vermoeden dat iemand hulp kan gebruiken op het gebied van basisvaardigheden? Ga dan het gesprek aan.
De eerste tip is zorg voor een veilige omgeving om in te praten, creëer vertrouwen. Heb oprechte belangstelling en ga in gesprek met elkaar. Stel jezelf ook kwetsbaar op en laat zien dat jij ook niet alles kunt of weet. Neem de tijd en besteed aandacht aan de ander. Blijf respectvol en stel de ander op zijn gemak.
Benoem het probleem bij de naam en ga er niet met een bocht omheen. Kijk wat wel goed gaat en waar de interesse ligt en pak dat als uitgangspunt om verder te leren. Stel voor om samen op zoek te gaan naar hulp. Dat kan zijn een vrijwilliger als maatje, een cursus of een professional. Dit gaat niet van de één op de andere dag en kan maanden in beslag nemen. Heb geduld. meer tips lezen van ervaringsdeskundigen? Bekijk eens de Factsheet Ervaringsraad hoe spreek je iemand aan.
Waar vind ik deze doelgroep?
Het is moeilijk om de doelgroep te bereiken. Toch kunnen we als we naar de feiten en de cijfers kijken wel bedenken waar we ze kunnen vinden.
Op basisscholen spreken leerkrachten de ouders. Welke ouders hebben moeite met het invullen van de formulieren en komen liever mondeling wat toelichten dan dat ze het digitaal of op schrift invullen? Welke kinderen komen te laat of niet met de juiste spullen naar school? Waar gaat het thuis helpen met het maken van het huiswerk heel moeizaam? Welke ouders zijn wel heel mondig en behulpzaam maar laten het afweten zodra er digitale vaardigheden gevraagd worden? Zijn deze ouders misschien gesierd met een goed praatje en heel handig? Maar is het klokkijken en lezen van brieven niet echt hun ding. Is een formulier te ingewikkeld en zijn online dingen te lastig voor ze? Klopt het opgegeven opleidingsniveau van de ouders met de praktijk?
Huisartsen spreken hun patiënten in de spreekkamer. Assistentes spreken de patiënt aan de lijn. Welke patiënten maken geen gebruik van het online loket? Wie gaan recepten herhalen uit de weg en brengen het oude doosje via de balie voor een nieuw recept? Wie belt vaak te laat als de klachten al heel erg zijn en trekt niet voortijdig aan de bel? Wie komt niet naar de nazorg afspraak en heeft moeite met het afspreken in het ziekenhuis? Wie kan de thuiszorg niet vinden en heeft geen idee hoe je bij een consulent terecht komt? Welke patiënten komen nooit naar de huisarts toe? Weten huisartsen de achtergrond en het opleidingsniveau van hun patiënten? Gebruik de Toolbox-Laaggeletterdheid huisartsenzorg.
Werkgevers willen goede arbeidsomstandigheden creëren voor hun werknemers. Kunnen hun werknemers de veiligheidsinstructies wel lezen? Begrijpen ze de opdracht wel? Welke werknemer gaat liever gauw aan de slag en laat het papierwerk aan de ander over? Wie is altijd zijn bril vergeten? Wie heeft een onleesbaar handschrift? Wie kan de digitale vaardigheden niet bijbenen en vermijd deze? Wie heeft moeite met het rekenwerk voor opdrachten? Wie is vaak ziek en verzuimd vaak lang? Vaak bij beroepen als schoonmakers, uitvoerenden in de bouw, machinebedieners in de industrie en bij productiemensen komt laaggeletterdheid voor. Start bij het aannemen van werknemers al met inzicht krijgen in het niveau van taal, rekenen en de digitale vaardigheden. Stel samen een plan op over de leerbaarheid en de nodige aanpassingen. Daar waar een werknemer nog kan leren begeleid dat met een maatje en daar waar nodig pas de werkzaamheden zo aan dat teksten en tabellen begrijpelijk zijn. Bekijk ook eens de Handvatten voor werkgevers – interactief 231024.
Wij kunnen met u meekijken vanuit Prevaris om de werkplek aan te passen. Begrijpelijke werkinstructies, gebruik maken van symbolen/pictogrammen en hulpmiddelen. Ook voor het behalen van de nodige veiligheidsdiploma’s geldt dat dit in stappen kan en op een aangepaste wijze.
Apotheken geven medicijnen uit. Kan de patiënt de bijsluiter wel begrijpen? Is de dosering duidelijk? Maken ze de kuur wel af? Weten ze hoe ze het medicijn moeten innemen? Welke patiënten hebben daar de grootst mogelijke moeite mee. Het komt vaker voor dan je denkt.
Schuldhulpverlening en voedselbanken zijn de plekken waar mensen kunnen zitten die moeite hebben met leren. Blijf je hulp bieden door te verzorgen, pappen en nat houden, of pak je het probleem bij de bron aan en leer je mensen meer zelfredzaam te worden? Bied ze vaardigheden aan om problemen en zorgen te voorkomen.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aanpak van laaggeletterden. Hebben ze zelf mensen in de uitvoering die moeite hebben met leren? Wie komt er aan het loket en wie juist niet? Kunnen hun burgers nog wat leren en zouden ze gebaat zijn met scholing, bied basisvaardigheden aan via cursussen in de bibliotheek of scholingstrajecten.
Iedereen die wel goed kan lezen, schrijven en rekenen zou zich bewust moeten zijn dat de ander dat wellicht niet kan. Hoor je vaak de smoes: “Ik ben mijn bril vergeten.” Of “Oh dat doet mijn vrouw altijd.” Dan kan het maar zo zijn dat jouw collega, klant of buurman/vrouw moeite heeft met taal, rekenen en/of digitale vaardigheden.
Welke afdelingen binnen een gemeente liggen voor de hand? Welke partners kunnen helpen? Vraag het ons en we geven je een lijst met tips.
Welke organisaties kunnen helpen?
Bepaal wie je wilt bereiken, wie zijn deze mensen uit jouw doelgroep? Waar kan je deze mensen bereiken en hoe?
Maak een profiel van de doelgroep. Waar zitten ze, wie zijn het?
Betrek anderen erbij die nauw contact hebben met de doelgroep, zoals de huisarts, de leerkracht, de jeugdgezondheidszorg, de dominee, de buurtwerker, het maatschappelijk werk, buurtverenigingen, de sportclubs, de logopedist, de fysiotherapeut, de diëtist, de psycholoog.
Ga langs bij werkgevers met laaggeschoold personeel. Zoek de verantwoordelijken bij de gemeente (van uitkering tot scholing).
Sluit ook aan bij wat er al geboden wordt. Op voorlichtingsmarkten, in wachtkamers, op schoolpleinen, in kantines, bij sportclubs, in taalhuizen en bij vraaguurtjes.
Bied een passend aanbod. Als je weet wie je wilt bereiken en hoe je ze kan bereiken kun je een passend aanbod geven. Wat willen ze graag leren en hoe kunnen ze meer leren?
Met een cursus als camouflage kun je de groep lokken en vervolgens doorsturen naar meer. Dit als opstapje gebruiken naar beter leren lezen, schrijven of rekenen. Weet wat je ze te bieden hebt daarna. Een cursus als EHBO voor beginners, fietsen repareren doe je zelf, lekker koken kan goedkoop, solliciteren kun je leren, handig terugtellen bij het darten, kleding verkopen doe je zelf. Tips over hoe je dat uitvoert lees je in de handleiding van Klasse! en het idee erachter staat in het handboek van Klasse!
Betrek de doelgroep zelf erbij. Laat ze meedenken en test je materiaal eerst of het leesbaar is en aantrekkelijk.
Wat wil ik leren?
Welk aanbod is er? Beter leren schrijven, lezen, rekenen en digitale vaardigheden kan om verschillende redenen.
Om een baan te vinden moet je solliciteren en daarom moet je een vacature zoeken, deze kunnen lezen en zelf je CV opstellen en brief schrijven.
Om boodschappen te doen moet je geld kunnen omgaan. Aanbiedingen kunnen lezen en prijzen vergelijken. Online betalen en je rekeningen begrijpen.
Om gezonder te leven moet je etiketten kunnen lezen en begrijpen wat er staat. Bijsluiters kunnen lezen en je medicijnen innemen. Meer bewegen en gezonder eten. Zelf kunnen koken en recepten kunnen lezen. Dat wil zeggen de maten kunnen meten en wegen.
Je kinderen helpen met huiswerk. Niet alleen motiveren om wat te gaan doen, maar ook begrijpen wat de leerkracht heeft opgeschreven. De rapporten van je kind begrijpen en met de leerkracht spreken.
Met het openbaar vervoer gaan. Hoe vind ik de juiste route, de opstap plek en hoe maak ik een overstap? Waar koop ik een kaartje, hoe bestel ik een abonnement online en hoe laadt ik mijn product op?
Hoe doe ik belastingaangifte en hoe vraag ik kwijtschelding aan of een toeslag? Gebruik maken van websites van de overheid met DigID omgaan en online formulieren invullen.
Maar ook heel simpele dingen als hoe neem ik een pakketje aan en zet ik mijn handtekening of retourneer ik een aankoop van een webshop? Hoe lees ik de aanbiedingen in de folder of pin ik mijn geld? Wat zet ik op een kaartje en hoe lees ik een boek voor?
Er is een website (Wat wil ik leren?) waarop de cursist dit kan invullen en waarna het taalhuis of taalpunt in de buurt contact opneemt. Doe dit samen om je collega, klant, buur of patiënt te helpen.
Maak gebruik van de kennis die er is
Op welke websites staat al veel informatie over bijvoorbeeld het bepalen van de doelgroep? Hoe herken ik laaggeletterden? En hoe help ik de ander?
Tips van de nationale ombudsman. Herken of je buurman laaggeletterd is met deze tips en leer hoe je hulp kan bieden, Pointer deed onderzoek.
Hoe zit het bij jou in de buurt, kijk op GeletterdheidInZicht. Bekijk hoeveel procent in jouw gemeente laaggeletterd is en uit welke groep van de bevolking ze bestaan. Zo weet je of je moet inzetten op de werkende 50+ met gezin, de oudere singles of juist op de migranten 30+ met partner en of kinderen.
Taalniveau B1 is eenvoudig, maar voor laaggeletterden nog te moeilijk. De overheid geeft aanbevelingen over het taalniveau en ook over inclusieve communicatie. Wil je meer weten over korte zinnen, signaalwoorden, actieve zinnen, kijk eens naar deze tien tips van B1teksten.
Maak je teksten leesbaar en begrijpelijk. Makkelijke taal is goed te begrijpen voor mensen die moeite hebben met taal. Moeilijke brieven zijn ook makkelijk te begrijpen door de tekst te scannen met een app. Scan je tekst en versimpel met Leessimpel. Gebruik deze app om je teksten te versimpelen als het je niet zelf lukt om eenvoudig te schrijven.
De organisatie Probiblio geeft trainingen om de laaggeletterden beter te bereiken. Lees hier 9 tips.
Screenen op laaggeletterdheid. Screening kan een middel zijn om laaggeletterden te herkennen. Het geeft aanleiding om met een (mogelijk) laaggeletterde het gesprek aan te gaan. De uitslag is een aanknopingspunt om hem verder te helpen en door te verwijzen naar een vervolgtraject. Stichting Lezen en Schrijven heeft Basismeters ontwikkeld en een e-learning Taalmeter gemaakt met voorbeelden.
Je kan ook met mij contact opnemen om tips te krijgen voor een aanpak die past bij jouw aanbod, voor de regio midden Nederland, van Almere, Utrecht tot Zwolle ben ik graag jouw adviseur. Adviesgesprekken of workshops voor vrijwilligers, neem contact op met mij en bespreek vrijblijvend de mogelijkheden.